Martin Hofmans interview met Claus Scholz is een interview gedaan door Roderidder.be oprichter Martin Hofman met nieuwe reeks lid Claus Scholz.
Verschijningen[]
Personen[]
Interview[]
Claus Scholz heb ik tijdens een lange babbel leren kennen als een vriendelijk, eerder teruggetrokken man, die een stilzwijgende indruk maakt. Als Red Knight website Commander openen na talrijke avonturen en omzwervingen de Rode Ridder deuren echter veel makkelijker voor mij. En Claus Scholz blijkt graag te vertellen over het stripwereldje. Dat gaf aanleiding tot volgend interview.
Hoe ben je ingelijfd geraakt als tekenaar van De Rode Ridder?
Mijn naam stond op een lijst van tekenaars die in aanmerking kwamen, en de uitgeverij vroeg me of ik geïnteresseerd was. Aangezien ik daar de tijd en mogelijkheden voor heb was ik akkoord. Als antwoord heb ik een halve pagina van een fictief Rode Ridder verhaal getekend en dit aan de uitgeverij bezorgd. Een tijdje later kregen alle kandidaten de teksten toegestuurd van "Gog en Magog", het allerlaatste verhaal van Karel Biddeloo, dat volgende maand verschijnt. De uitgeverij vroeg ons naar eigen inzicht die eerste drie pagina's uit te tekenen. Daar kwam ik als gegadigde uit.
Heb je een idee hoe men die lijst van kandidaat tekenaars samengesteld heeft, en wie er nog allemaal op figureerden?
Hec Leemans, voor wie ik de laatste jaren alle Baekelandt verhalen teken, wist dat ik meer werk zocht en heeft me op die lijst laten plaatsen. Geen idee wie de andere kandidaten waren. Toen ik vroeg of het allemaal Vlamingen waren vernam ik echter dat ik de énige kandidaat uit Vlaanderen was...
Je hebt door het tekenen van Rooie Zita allesins de capaciteiten om het schoon vrouwvolk rond Johan te tekenen.
Haha, Hec stuurt me de schetsen van de Baekelandtverhalen, soms vrij summier, maar hij houdt er aan om Rooie Zita zelf te inkten, dus die is steeds al helemaal klaar. Baekelandt heeft Hec aan mij doorgegeven omdat hij er steeds meer werk bij kreeg: "De Kampioenen", W817", "Kim Clijsters"... Het tempo van Baekelandt ligt laag: één verhaal per jaar. Karel spiegelde zijn vrouwen overigens aan de moviestars uit de fifties en sixties. Zelf wil ik de vrouwen een modernere stijl geven.
Is vier verhalen per jaar een aanvaardbaar tempo en worden de verhalen langer of niet? De verhalen blijven even lang als voorheen. Vier verhalen wordt algemeen beschouwd als een redelijk hoog tempo. Vroeger heb ik als tekenaar van de reeks "Zilverpijl" ook nog perioden aan een hoog tempo moeten werken, maar dat valt niet lang uit te houden. Ik ben eigenlijk wel een snelle tekenaar, desnoods begin ik al te inkten na vlug een beetje geschetst te hebben, daar heb ik geen problemen mee. Ik weet dat Karel zes verhalen per jaar presteerde, maar dat is zelfs voor mij een onmenselijk hoog tempo. Omdat vier verhalen per jaar voor mij een werkbaar tempo is zal ik ook alles kunnen uittekenen zonder fotokopijen te gebruiken van kastelen of natuur. Misschien dat ik dat later eens uitprobeer.
Hoe ver of dicht sta je bij de tekenstijl van Biddeloo? En hoe zit het met de draken en borstgewelven?
Mijn stijl bleek die van Biddeloo het dichtst te benaderen maar de borsten zullen misschien iets kleiner zijn op vraag van de uitgeverij. Voor de rest moet ik afwachten wat Martin Lodewijk schrijft. Ondertussen heb ik het tekenwerk gedaan voor de binnenkort te verschijnen Rode Ridder cd-rom.
Heb je Martin Lodewijk al ontmoet en hoe verloopt de samenwerking?
We hebben elkaar voor het eerst ontmoet op de uitgeverij toen we gecontracteerd werden voor de Rode Ridder reeks. Hij heeft voor vier verhalen reeds een korte inhoud uitgeschreven en een paar dagen geleden faxte hij me het scenario van de eerste drie pagina's van het eerste verhaal door. Die ben ik nu aan het uittekenen. Ik heb me overigens een faxapparaat moeten aanschaffen; Martin Lodewijk heeft er een hekel aan om naar het postkantoor te stappen, dus gebeurt zowat alles per fax.
Kan je al iets zeggen over welke paden Johan voortaan zal bewandelen?
Ik heb de indruk dat Martin Lodewijk de Rode Ridder in de 13e eeuw zal verankeren, met aandacht voor geschiedkundige elementen en gebeurtenissen.
Heb je Karel Biddeloo persoonlijk gekend?
Ja, maar eigenlijk oppervlakkig. Hij was niet iemand die de aandacht opzocht.
Dat lijken jullie dan wel met elkaar gemeen te hebben. Wat vond je van zijn tekenstijl? Karel had een mooie stijl. De meeste Europese striptekenaars tekenen nogal "braafjes" naar mijn mening, met uitzondering van een aantal Franse tekenaars. Biddeloo ging echter verder, ook in originaliteit. Zo vind ik zijn pagina-indelingen knap gedaan.
Mogen we dat van jou ook verwachten?
Voor de pagina-indeling moet ik me houden aan het principe van de halve pagina omdat er plannen zijn om de reeks opnieuw dagelijks in een krant te laten verschijnen. Men wacht waarschijnlijk het resultaat van het eerste verhaal af om te beslissen welke krantengroep men gaat contacteren. Zelf vind ik het ook lastig om nog zo lang te moeten wachten tot er effectief een resultaat is, maar als ik dit eerste verhaal in januari zou kunnen afleveren kan ik me moeilijk voorstellen dat de uitgeverij nog tot het najaar zou wachten voor publicatie.
Let's hope so!
Achter de schermen[]
- Dit interview verscheen op 29 Oktober 2004 op Roderidder.be.